Onverhoeds komt hij in de vruchtbaarste delen van de provincie en doet wat geen van zijn voorouders ooit heeft gedaan:

roofgoed, buit en rijkdom strooit hij voor zijn aanhangers uit. Ook tegen versterkte plaatsen smeedt hij plannen, maar dat duurt slechts korte tijd. Hij zal zijn krachten verzamelen en met een groot leger optrekken tegen de koning van het Zuiden. De koning van het Zuiden zal zich opmaken voor de strijd met een zeer groot en krachtig leger, maar hij zal geen stand kunnen houden, want men zal een aanslag tegen hem beramen. Zijn eigen disgenoten bewerkstelligen zijn ondergang, zijn leger wordt onder de voet gelopen en er vallen vele doden. Beide koningen hebben kwaad in de zin, al zitten ze samen aan één tafel. Ze misleiden elkaar maar het baat hun niet, want de vastgestelde tijd is nog niet aangebroken. Dan keert de koning van het Noorden beladen met rijkdommen naar zijn land terug, vol haat tegen het heilig verbond. Zo zal hij optreden en naar zijn land terugkeren.

Op de vastgestelde tijd zal hij opnieuw het Zuiden binnenvallen, maar de tweede keer verloopt anders dan de eerste. Schepen van de Kittiërs vallen hem aan, zodat hij wordt afgeschrikt en rechtsomkeert maakt. Eenmaal terug richt hij zijn woede tegen het heilig verbond en besteedt hij zijn aandacht aan hen die het heilig verbond verzaken. Hij brengt strijdkrachten op de been; die zullen het heiligdom, de vesting, ontwijden, het dagelijks offer afschaffen en een verwoesting brengend afgodsbeeld oprichten. Degenen die zich niet houden aan het verbond, verleidt hij op listige wijze tot afvalligheid, maar degenen die hun God trouw zijn zullen zich met kracht verzetten. De verlichten onder het volk brengen velen tot inzicht, maar een tijd lang worden zij te vuur en te zwaard bestreden, gevangengezet en beroofd. Tijdens hun onderdrukking krijgen ze enige hulp, al zullen velen zich onder valse voorwendselen bij hen aansluiten.

Loading

0Shares